Negende generatie
Aaltje Jans van der Sluis (1815 - 1875)


4.3.2
AALTJE JANS

12-4-1815 Hemrik - 21-9-1875 Drachten
x Engbert Suardus Posthuma, olieslager en houtkoopman, Opsterland 9-7-1836
15-3-1814 Drachten - 30-11-1874 Drachten
zv Suardus Jobs Posthuma en Tjitske Engberts van der Meulen

Uit dit huwelijk: 1. Suardus (1837-1913) x Eelkje Ernstes Dijk 2. Geeske (1839-1920) x Klaas Riekele Kalsbeek Iest 3. Jan (1841-1843) 4. Tjitske (1843-1929) x dr. Hendrik Rikkers Fischer 5. Jan (1846-1903) x Anna Abes Zonneveld 6. Alle (1848-1887) x Tjitske Feits Bolleman 7. Job (1850-1935) x Antje Feddes van Dam 8. Hermina (1853-1877) 9. Pier (1855-1860)


Engbert Suardus' Posthuma stamde uit een aanzienlijke Drachtster apothekers- en artsenfamilie, waarvan vele leden een huwelijksband met Van der Sluizen zijn aangegaan.
In 1838 kocht hij met zijn schoonvader de houtzaagmolen te Gorredijk. Zelf werd hij molenaar en in 1857 alleen eigenaar. In 1868 liet hij de molen door een nieuwe vervangen, na zijn dood kwam deze op naam van de 'Firma Van der Sluis en Posthuma'. In het begin van deze eeuw werd Job Engberts eigenaar, die de molen in 1912 liet afbreken. Het zaagwerk werd overgenomen door een stoomzagerij. De molen werd in Twitel bij Makkinga weer als korenmolen opgebouwd en werd in 1925 in de kom van het dorp gezet, waar hij nu nog staat.
Met Jan Koopmans bouwde ESP in 1871 een oliemolen aan de Brouwerswal. In deze molen, 'De Vlieger', werd olie uit zaad gewonnen, terwijl van het restant veekoeken werden geperst: Toen aan de Kerkewal later een stoom-olieslagerij verrees, nam die het werk van de windmolen over, deze werd in 1910 afgebroken.
In 1870 liet hij een spinnenkopmolentje bouwen om het omliggende land droog en de ijsbaan nat te houden. Zijn kleinzoon Engbert Jobs schonk het molentje aan het Openluchtmuseum te Arnhem. Ids Wiersma maakte er een ets van, waar ook de kalkovens nog op te zien zijn. (uit; Molens van Opsterland - Ernst Huisman en Gjalt Popma)