Achtste generatie
Jan Alles van der Sluis (1787-1863)


4.3
JAN ALLES, koopman

30-7-1787 Hemrik - 21-4-1863 Hemrik
x Geeske Piers Hemrica, Opsterland 29-3-1811
19-2-1788 Lippenhuizen - 14-6-1818 Hemrik
dv Pier Sytzes Hemrica en Akke Teijes
x Tjaltje Jans van der Sluis, Opsterland 14-4-1825
30-11-1795 Hoornsterzwaag - 8-8-1874 Hemrik
dv Jan Wytzes van der Sluis en Hylkjen Sytzes

Uit het eerste huwelijk:
1. Alle 3-4-1813 Hemrik
2. Aaltje 12-4-1815 Hemrik
3. Pier 1-7-1817 Hemrik

Jan Alles ontpopte zich in de loop der jaren als een ondernemer van formaat. Eerst hield hij zich in de voetsporen van zijn vader uitsluitend met de vervening bezig. Hij zag echter spoedig in dat veel van de verdiensten in de vervening naar buiten de provincie vloeiden, en dat het voor een optimaal rendement noodzakelijk was de turf zelf voor industriële doeleinden te gebruiken. Hiertoe stichtte hij de kalkovens te Gorredijk en kocht hij daar de houtzaagmolen. Ook de transportketen wilde hij beheersen: bij zijn overlijden participeerde hij voor 50 % in de beide scheepswerven te Gorredijk.


Jan Alles van der Sluis en Geeske Piers Hemrica


Op 1 januari 1855 maakte Jan Alles een 'Staat of Korte Inventaris van mijn geheelen boedel'. Samengevat waren zijn bezittingen:

25 % vervening Hoornsterzwaag en Wijnjeterp 10955,00
50 % vervening Appelscha 30922,27
vervening Haulerwijk 8679,92
25 % vervening Nieuweroord 1296,38
zaagmolen en scheepstimmerwerf 35538,83½
kalkfabriek 3492,00

eigen huis te Hemrik 6500,00
drie boerderijen te Hemrik 10700,00
halve zathe te Appelscha 4500,00

huis en land te Nitap 4250,00
hooiland onder Terwispel 6100,00
weiland, heide en veenondergrond 31510,00
bos 3600,00

schulden van zijn drie kinderen 56734,00

overige debiteuren 30343,16½
tien huizen 9800,00-
obligaties en aandelen 67940,00

geheele inboedel 1100,00
vier paarden, elf koeien, tien schapen, reeuw 2130,00
rogge en boekweit 240,00

aan contanten 14230,00

totaal 'profijtelijke staat' 340561,57
totaal 'schadelijke staat' 15300,00

kapitaal 325261,57


Wanneer we bedenken dat de waarde van het geld toen zeker dertig keer zo groot was als nu, moet Jan Alles wel als rijkste man in de Van der Sluis-familie worden beschouwd. Na zijn overleden werd de erfenis door de drie kinderen verdeeld. In grote lijnen kreeg Alle de veenderij onder Hoornsterzwaag, Aaltje met ESP de molen en zagerij c.a. te Gorredijk en Pier de veenderij onder Appelscha.