Zevende generatie
Tjaltje Wytzes van der Sluis (1751-1836)


2.
TJALTJE WYTZES

ged. 4-7-1751, 6½ week oud - 24-1-1836 Hemrik
x Otte Ybles, veenbaas, Hemrik 13-1-1771
1722 Lippenhuizen - 6-7-1807 Lippenhuizen
zv Yble Ottes en Gielke Symens

Tjaltje trouwt met Otte Ybles, een dertig jaar oudere neef van haar vader. Net als haar vader was ook haar echtgenoot als veenbaas in Opsterland en Schoterland actief. Na zijn overlijden wordt onder de naam "wed. Otte Ybles" nog jaren verveend, ook op percelen die ze erft van haar ouders. In de praktijk doet broer Jan Wytzes het werk, getuige een post in diens boedelbeschrijving "ter zake voor haar waargenomene administratie over de veenderij".


Kadaster 1832


Volgens het eerste kadasterregister van 1832 was Tjaltje Wytzes eigenaresse van uitgang 2 op bovenstaande kaart. Daarop staat de ouderlijke boerderij, maar daar woonde hoogstwaarschijnlijk haar broer Alle Wytzes. In 1841 werd op deze plaats een rentenierswoning gebouwd, die ook op de foto in de kop van deze pagina rechts te zien is. De geschiedenis van deze woning kunt u hier verder volgen.
Uit haar testament blijkt, dat ze tot algeheel erfgenaam haar broer Alle Wytzes heeft aangewezen. De nog levende kinderen van broer Jan, Antje, Tjaltje en Harke Jans, en ook de naar haar genoemde achternicht Tjaltje Wytzes krijgen een legaat van 100 gulden.
In april wordt er boelgoed gehouden. Meubels, keukengerei, beddegoed, kleding, alles kwam onder de hamer in 601 percelen. De sloffen brachten 60 cent op, de zeven stoven gingen voor een paar kwartjes per stuk weg. Het duurst waren de kasten, bedden en klokken. Het kabinet kostte 44 gulden, Wytze Alles kocht een klok voor 16 gulden, Jan Alles een bed voor fl. 38,50. De opbrengst was in totaal fl. 895,40.